
Nederland telt ruim 10.000 kilometer aan bevaarbaar water, dwars door en langs typisch Hollandse landschappen, dorpjes en steden. Of je nu met een sloepje door de stad wilt toeren of lekker wilt ronddobberen in de natuur: de waterwegen in Nederland bieden uiteenlopend vertier. Vergeet echter niet dat veiligheid daarbij altijd voorop staat! Lees daarom in dit artikel handige tips om veilig aan het vaarverkeer deel te kunnen nemen.
- Houd stuurboordwal
Net zoals op de weg is het belangrijk om zoveel mogelijk rechts te varen. Zo kunnen schepen elkaar veilig passeren. Een groot schip kan namelijk niet direct vaart minderen of uitwijken. Pas daarom altijd je koers en snelheid aan op de grotere schepen. Maak indien aanwezig gebruik van de speciale recreatiegeulen; te herkennen aan de rood-wit en groen-wit gestreepte markering aan de zijkant van de vaarweg.
- Houd rekening met de dode hoek
Het is niet verstandig om te dicht voor grote schepen te varen. Kijk bovendien regelmatig opzij en achterom. De dode hoek van een binnenvaartschip kan wel tientallen meters lang zijn. Als vuistregel geldt: als je de stuurhut van het schip niet kunt zien, kan de schipper jou ook niet zien.
- Zorg voor voldoende zicht
Zorg zicht hebt op het hele gebied rondom je boot. Vermijd obstakels zoals zeilen en masten, houd ramen van de stuurhut vrij en zorg ook dat opvarenden je zicht niet blokkeren.
- Ken de vaarregels
De kern is: zorg dat je de vaarregels kent van de wateren die je bevaart. Onder andere in het Binnenvaartpolitiereglement lees je met welke vaarregels je rekening moet houden. Zorg ook dat je weet wat gekleurde boeien, borden en tekens betekenen.
- Bereid je goed voor
Op vaargebied geldt: een goede voorbereiding is het halve werk. Zorg daarom voor een volle tank, een zwemvest (minstens één per opvarende) en de verplichte (vaar)papieren. Beluister bovendien vlak voor vertrek de weerberichten; je wilt immers niet door onstuimig weer overvallen worden. Verzamel tevens informatie over je vaarwater en hoe je die veilig kunt passeren, te denken aan stremmingen of de tijden waarop bruggen en sluizen worden bediend.